Ik voel me somber,
Ik voel me verdrietig,
Hopeloos,
Geïrriteerd,
Boos.
Ik voel zo veel, zo veel dingen, dat ik ze niet allemaal kan benoemen…
De afgelopen 4 dagen zijn te overprikkelend geweest.
Elk van deze dagen was gewoon te veel.
Elke dag erger dan de vorige.
Dingen hebben zich opgestapeld.
Goede dingen, maar ook slechte dingen.
Ik weet niet precies wanneer het is begonnen, wanneer dingen begonnen te rollen…
Ik denk rond Sinterklaas.
Die dag was zo ontzettend leuk,
Maar het was ook erg veel.
Erg veel prikkels.
De feestdagen in het algemeen zijn gewoon veel prikkels die zich opstapelen.
Ik vind de feestdagen leuk, begrijp me niet verkeerd.
Maar het kost meer energie dan ik lijk te hebben.
En dan is er nog Loki.
Ik maak me elke dag zorgen om haar.
Heeft ze een ontsteking?
Of is het een tumor?
Betekent het dat ze niet veel langer meer te leven heeft.
Haar sterfelijkheid staart me in het gezicht…
Ze deed het zo goed dat ik zo’n beetje kon negeren dat ze al een tijdje een oude dame is.
Dat ze 7 jaar en 3 maanden is betekent dat ze al heel oud is.
Ik koester elke dag met haar.
Dat heb ik altijd al gedaan,
Maar nog meer sinds haar zus Princess is overleden.
Loki heeft een hele routine deze dagen:
3 keer per dag bijvoeding,
2 keer per dag medicatie voor haar maag en pijnstilling,
4 keer per dag moet ik een beetje zalf op haar rechter oog smeren.
Het kost veel energie voor ons allebei.
Natuurlijk doe ik alles voor haar,
Dat heb ik altijd al gedaan.
Maar het kost me wel veel energie.
Voeg het weer toe aan de mix van de feestdagen en mijn zorgen om Loki,
En dit is blijkbaar wat ik krijg.
Heel veel emoties die ik nauwelijks kan benoemen,
Laat staan mee om kan gaan.
Het is gewoon allemaal te veel nu.
Ik weet niet wat ik moet doen.
Ik ben zelfs bang dat ik de controle verlies.
De beelden die ik vroeger had lijken weer in al hun kracht terug te zijn.
Beelden waarbij ik mezelf zie sterven…
Sterven in het verkeer,
Of vallen van hoogtes,
Of verdrinken…
Deze waren er voor het eerst ongeveer 7 jaar geleden.
Toen ik een depressie en burn-out had.
En suïcidaal werd.
Af en toe komen ze terug.
Meestal kan ik ze wel ongeveer aan.
Maar vandaag voel ik ze weer aan me trekken.
Ik zit op een dieptepunt nu.
En dat is wanneer dit soort dingen het meeste met je doen.
Ik moet eigenlijk alleen gaan wandelen vandaag…
Maar ik heb het gevoel dat ik mezelf nu niet kan vertrouwen.
Dat ik misschien ernaar handel.
Dat heb ik nog nooit gedaan, zelfs op dieptepunten niet.
Maar het beangstigd me toch.
De manier waarop ze aan me trekken en me beïnvloeden.
Ik wil schrijven…
Ik wil zo graag schrijven, maar ik weet niet waar ik moet beginnen.
‘Waar zal ik over schrijven?’ vraag ik steeds aan mezelf.
Zal ik schrijven over mijn leven, mijn worstelingen, mijn overwinningen?
Zal ik schrijven over wat me interesseert, wetenschappelijk of voor kinderen?
Ik wil schrijven…
Maar ik weet niet waarover.
Ik blijf maar denken, ‘waarover zal ik schrijven?’
Ik wil in de toekomst een schrijver worden, liefst in de nabije toekomst.
Maar ik moet eerst weten waarover ik wil schrijven.
Ik moet dat eerst uitzoeken.
Je kan geen schrijver zijn zonder te weten waar je over wil schrijven.
Ik weet dat het tot me zal komen, zo is het altijd geweest.
Op de universiteit wist ik ook nooit waarover ik wilde schrijven, of waar ik moest beginnen.
Dan, opeens, kreeg ik een idee, vond ik iets dat me interesseerde.
En daar ging ik.
Op mijn intellectuele avontuur naar het verleden.
Ik wil dat weer doen.
Ik mis dat.
Ik mis leren en ik mis schrijven over de dingen die ik heb geleerd.
Ik wil dat delen met de wereld, met kinderen of volwassenen, of misschien met allebei.
Ik wil schrijven…
Misschien ook over mijn gedachten.
Ze opschrijven zoals ik nu doe.
En zien waar ze me brengen.
Wie weet brengen ze me naar een interessante plek, of helpen ze me ondertussen een heel nieuw onderwerp te vinden om over te schrijven.
Misschien leiden ze me naar een heel nieuw avontuur, naar plaatsen waar ik nog niet ben geweest tijdens mijn lezen, denken, leren.
Dat zou ik geweldig vinden.
Een nieuwe wereld creëren in mijn hoofd.
Ik wil schrijven
En dat is precies wat ik nu aan het doen ben.…
“Als je een gelukkig leven wilt leiden, verbind het aan een doel, niet aan mensen of dingen.”
Er zijn vele citaten te vinden van Albert Einstein. Hier heeft hij wellicht een punt maar ik kan niet zeggen dat ik het volledig met zijn idee eens ben. Ik heb mijn leven altijd verbonden aan een doel: succesvol zijn op school. Vanaf een jonge leeftijd was dit mijn belangrijkste aandachtspunt. Het begon op de basisschool, ging door op de middelbare school, helemaal tot aan de universiteit. Al deze jaren was ik in de hyperfocus, er bestond nauwelijks iets daarbuiten. Natuurlijk, ik had vrienden met wie ik graag tijd doorbracht, net als met mijn familie. School kwam echter altijd op de eerste plaats. Het was zo belangrijk voor me om het goed te doen op school, dat de rest allemaal secundair was. Mijn perfectionistische aard had daar veel mee te maken. In mijn ogen waren alleen hoge cijfers acceptabel, waardoor ik teleurgesteld was wanneer ik deze niet behaalde. Het maakte niet uit hoe vaak me gezegd werd dat je niet altijd de hoogste cijfers hoeft te behalen, ik kon het gewoonweg niet accepteren.
Volgens Einsteins citaat zou dit me een gelukkig leven hebben moeten geven. Dit is iets waar ik moeite mee heb. Maakte dit me gelukkig? Was het genoeg voor me? Nee, ik denk niet dat dat zo is. Ik zette mezelf onder zo’n hoge druk dat ik niet altijd kon genieten van mijn studie. Ik hield van leren, dat is nog steeds zo, maar het was niet genoeg. Zonder mijn familie zou ik het nooit zo goed hebben gedaan op school. Zij zorgden voor me, steunden me en hielpen me er doorheen te komen zonder compleet in te storten. Ik zou eerlijk gezegd niet weten of ik zonder hen mijn universitaire opleiding met succes zou hebben doorlopen. Zij waren er voor me de keren dat ik een inzinking had, wat steeds vaker gebeurde naarmate mijn studie zich vorderde. Zij juichten me toe, steunden me, redeneerden met me wanneer ik het nodig had. Ik weet niet of ik in die tijd gelukkig was, ik stopte simpelweg niet om daar over na te denken omdat ik altijd aan het studeren was. Wat ik wel zeker weet is dat dit niet het geval was geweest zonder mijn familie. Ik zou het erg moeilijk hebben gehad, gebroken zijn geweest, misschien zelfs mijn studie niet af hebben gemaakt. Vanuit dit perspectief, geloof ik niet dat Einstein gelijk had toen hij zei dat men z’n leven niet moet verbinden aan mensen als zij gelukkig wil zijn. Als ik dit niet had gedaan, zou ik minder gelukkig zijn dan ik nu ben. Ik zou niet in staat zijn geweest mijn studie te voltooien en had me waarschijnlijk erg ellendig gevoeld.
Ik geloof dan wel niet dat je je leven niet aan mensen moet verbinden als je gelukkig wil zijn, ik geloof wel dat het hebben van een doel iemands geluk kan vergroten – tot op zekere hoogte. Toen ik klaar was met mijn studie viel ik in een gat. Ik had eindelijk mijn doel bereikt: ik had alle scholen succesvol doorlopen. Toen dat wegviel, stortte alles in vanbinnen. Ik kreeg een depressie en een burn-out die erg lang aanhielden. Ik wist niet hoe ik eruit moest komen en zakte steeds dieper weg. Het ging zo ver dat ik niet meer wilde leven en alleen nog maar bij mijn grootouders en oom in de hemel wilde zijn.
Ik was wanhopig op zoek naar hulp, die ik uiteindelijk ook kreeg. Na een hoop gesprekken met professionals bleek ik autistisch te zijn. Al die tijd dat ik een doel had, was ik in staat mijzelf bij elkaar te houden. Ik had al die jaren in de hyperfocus gezeten. Mijn nieuwe doel was om beter te worden, mijn autistische zelf te leren kennen en mezelf weer terug te vinden. Ik heb hard gewerkt, wat ik nog steeds doe, om mijn ware zelf te leren kennen en mijn plaats in deze wereld te vinden. Ik had me altijd anders gevoeld en realiseerde me nu dat ik daarin niet alleen was. Er was een hele gemeenschap van mensen die ook anders waren. Hierdoor voelde ik me zoveel beter, het was een enorme opluchting. Weer bouwde ik op mensen om gelukkiger te worden. Het waren professionals waarop ik bouwde; een gemeenschap van mensen die ik weliswaar niet kende maar wiens aanwezigheid genoeg was voor mij; en weer, op mijn familie, die er tijdens elke stap voor me was. Er was dus weer een doel om me op te concentreren, een doel dat me gelukkiger maakte. Dit geluk was echter ook verbonden aan de mensen die me hielpen mijn doel te bereiken. Vandaag de dag is dit nog steeds het geval.
Momenteel ben ik eindelijk in staat om me op een nieuw doel te concentreren: het vinden van parttime werk dat me in staat stelt de vaardigheden die ik tijdens mijn studie heb opgedaan te gebruiken. Ik werk er nog steeds aan mijn herstel en aan het leren kennen van mezelf maar er is nu ruimte ontstaan voor dit andere doel. Ik merk dat dit me positiever en enthousiaster maakt over de toekomst. Ik wil uiteindelijk schrijver worden. Ik weet nog niet zeker waarover ik wil schrijven maar dat is wat ik wil bereiken in mijn leven. Daarom heb ik een laptop gekocht en ben begonnen met schrijven. ‘There’s no time like the present’, zeggen ze. En ik geloof daarin. Als er iets is wat je wil bereiken moet je niet wachten op het perfecte moment, wat misschien nooit zal komen. Je moet gewoon een poging wagen, anders weet je nooit of je doel of droom haalbaar is. Dus, ja, een doel hebben heeft wederom mijn geluk vergroot. Desondanks heb ik om dit te bereiken weer op mensen moeten bouwen. Zonder de steun van de mensen om me heen had ik namelijk niet gedacht dat het al mogelijk was om naar parttime werk te zoeken dat bij mijn vaardigheden past. Ik zou dit nog steeds als momenteel onmogelijk hebben gezien, een van mijn toekomstplannen. Wie weet hoe lang dat nog geduurd zou hebben.
Dus, nee, ik ben het niet eens met Einstein dat men, om gelukkig te zijn, z’n leven moet verbinden aan een doel en niet aan mensen of dingen. Mijn hele leven is mijn geluk afhankelijk geweest van zowel het hebben van een doel als van mensen. Hiermee bedoel ik vooral mijn familie. Er zijn vrienden en professionals geweest, deze zijn er nog steeds, maar mijn familie was dé constante factor die belangrijk was voor mijn geluk. Voor Einstein was dit misschien anders, voor anderen wellicht ook. Het hangt denk ik af van iemands situatie en levenservaringen. Voor mij, echter, zijn doelen en mensen beiden noodzakelijk om gelukkig te zijn. Ik zou niet weten waar ik zou zijn zonder mijn familie. Wat ik echter wel weet is dat wat ik allemaal bereikt heb niet mogelijk zou zijn geweest zonder hen. Ik ben dan ook erg dankbaar voor hen en houd ontzettend veel van ze.
© Copyright. All rights reserved
We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden
Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.